In het AD (digitaal):
Je kunt je kind met een AirTag of smartphone overal volgen, maar is dat wel verstandig?

Telefoons met gps, apparaatjes voor op de fiets en nu zelfs kleine AirTags om aan je sleutels vast te maken. Positietrackers zijn in alle vormen en maten verkrijgbaar. Handig voor als je je kind vaak kwijt bent, denken sommige ouders. Maar is dat wel een slim idee?


Het wordt steeds makkelijker om een gps-apparaat aan kinderen mee te geven. Via een simpele kaart kun je zo altijd zien waar ze zijn. Apple heeft sinds dit jaar bijvoorbeeld de AirTag, een soort munt die een positiesignaal afgeeft. Het is ook al langer mogelijk om bijvoorbeeld via Family Link op Android de smartphone van een familielid te volgen, en de markt voor trackergadgets groeit met de dag.


Er zijn ook genoeg apps die het mogelijk maken om te volgen of je kind op bepaalde tijden op bepaalde plekken komt, of op een andere manier de bewegingen van een familielid te volgen.


Wettelijk is het niet verboden om dit soort apps en gadgets te gebruiken om je kinderen te volgen. Een kind heeft wel het recht op privacy, maar waar de grens ligt tussen privacy en veiligheid is aan de ouder.


Uit een onderzoek van researchbureau Sherloq bleek in 2019 dat meer dan een kwart van alle Nederlandse ouders inmiddels gebruik maakt van een gps-systeem. Melle Jansen ziet het ook steeds vaker. Hij werkt als therapeut vaak met gezinnen en is al lange tijd actief in de jeugdzorg.


,,De gps is nu een trend”, zegt hij. ,,Zulke trackers worden in heel veel systemen gestopt. Jongeren vinden het onderling ook vaak interessant, ze wisselen veel locaties met elkaar uit.”


Angstige ouders is beklemmend

Het wordt lastiger als een ouder de beslissing neemt om het kind een tracker mee te geven. ,,Ouders zijn soms heel angstig, ze willen hun kind beschermen”, zegt Jansen. ,,Maar dat kan op de lange termijn beklemmend worden.”


Het is niet zo dat het altijd verkeerd is om zo’n tracker mee te geven. ,,Ik had een cliënt die een hele nare ervaring had gehad”, zegt Jansen. ,,Het kind deelde die ervaring met de ouders.” In samenspraak is er toen besloten om het kind een tracker mee te geven. ,,Dat gaf houvast, dat gevoel van ‘dan weten we in ieder geval waar je bent’.”


Maar: het was tijdelijk. ,,Toen het kind verder in het verwerkingsproces zat, was dat niet meer nodig.” Het is belangrijk om op zo’n moment te stoppen met tracken, aldus Jansen. Want de grootste problemen ontstaan als het volgen van je kind een permanent deel van het leven wordt.


Kinderen voelen zich minder vrij


,,Als kinderen ouder worden, raken ze meer bewust van wat zo’n tracker precies betekent”, zegt Jansen. ,,Het kan dan gaan voelen als een vorm van controle. Zeker als ouders gaan vragen waarom hun kind ergens was of wat hun kind daar deed.” Jongeren voelen zich dan ingeperkt in hun bewegingsvrijheid, en schieten in het verweer. ,,En dat leidt weer tot stressvolle gezinssituaties.”


Idealiter bespreek je eerst met je kind of je een tracker moet meegeven, maar of dat gesprek mogelijk is, is natuurlijk afhankelijk van de leeftijd en de relatie die je met je eigen kind hebt. Uiteindelijk adviseert Jansen vooral dat ouders zichzelf goed bevragen voordat ze zo’n beslissing nemen. Is het voor de leuk, wil je controle hebben over je kind, of je veilig voelen? ,,Kortom: wat is de functie van de tracker?”


————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————


Nu.nl (digitaal) 26-01-2023


Vorige week startte de rechtszaak tegen de 24-jarige Gianni de W., die sinds 2014 meer dan honderd meisjes online zou hebben afgeperst. Niet alleen een nachtmerrie voor het slachtoffer, maar ook voor de ouders. Hoe kun je je kinderen wapenen tegen online pesterijen en afpersing?


Het gebeurt steeds vaker: iemand heeft naaktfoto's in handen gekregen en gebruikt die vervolgens om het slachtoffer af te persen. Je kind dan maar verbieden om naaktfoto's te maken? Dat is geen oplossing, stelt gezinstherapeut Melle Jansen van Praktijk Heerewaarden. "We weten al generaties lang: als je zegt dat je kind iets niet mag, dan gaat hij het juist wél doen." Daarom is het belangrijk om het gesprek aan te gaan met je kind over wat hij online doet.


"Dit begint eigenlijk al op de basisschool, al is het dan niet seksueel getint. Het kan bijvoorbeeld gebeuren dat een jongen of meisje ongevraagd een foto van een klasgenoot deelt in een groepsapp. Een kind kan daar meer last van hebben dan je denkt. Kinderen moeten dan eigenlijk al leren dat het delen van andermans foto's gevolgen heeft."

Volgens Jansen is het vooral belangrijk dat je betrokkenheid toont, ook op de momenten dat er niks speelt. "Zeg bijvoorbeeld dat je samen eens in hun telefoon wil kijken, zodat je daar meer inzicht in krijgt." Als het in je gezin hartstikke normaal is om dagelijks te praten over wat er online gebeurt, dan is het ook laagdrempeliger om er later over te praten, op een moment dat er wel iets speelt."

Pas op met back-ups

Maar wat als een hacker aast op naaktbeelden van je kind? Dan is een goede beveiliging belangrijk, adviseert securityexpert Tijs Hofmans bij techsite Tweakers.

"Let goed op dat foto's niet zomaar automatisch worden geback-upt naar Google Foto's of iCloud. Als dat toch gebeurt, zorg dan voor de standaard beveiligingsmaatregelen: neem een sterk, uniek wachtwoord en stel tweestapsverificatie in." Dat voorkomt dat een hacker ooit die back-ups kan stelen om daar foto's uit te halen.

Een goede wachtwoordmanager kan je kind helpen om zijn account goed te beveiligen, denkt Hofmans. "Je kunt je kind in theorie online in de gaten houden met software in je netwerk. Maar je moet je afvragen of dat doel de middelen heiligt. Dat is namelijk een vrij grote inbreuk op de privacy van je kind."

Vang je kind goed op

Wordt je kind toch slachtoffer van online afpersing, dan is het volgens Jansen vooral belangrijk om hem op te vangen. "Probeer vooral niet te zeggen: dat had je niet moeten doen. Toon begrip. Het kwaad is al geschied, daar kun je nog heel weinig aan doen."

"Wel heb je als ouder een verantwoordelijkheid. Maar tegelijkertijd moet je dealen met de schaamte van je kind, dat misschien niet wil dat je het met de meester of juf bespreekt. Je moet dat steeds proberen af te stemmen."